Mijn eerste woord was ''vogel'', het is dan ook niet gek dat hieruit een levenslange passie voor deze kleurrijke, vliegende en intelligente wezens ontstond. Een passie die een rode draad heeft gevormd door mijn (nog korte) leven. De link met taxidermie ontstond gedurende mijn opleiding aan de kunstacademie waarbij ik delen van dode vogels in mijn kunst ging verwerken. Omdat ik worstelde met het behoud van de vogels in hun volle glorie, gaven mijn ouders mij voor mijn 20ste verjaardag een workshop taxidermie cadeau. Ik kan wel zeggen dat dit het beste verjaardagscadeau was dat ik ooit kreeg, aangezien ik hier nog vele jaren en misschien wel de rest van mijn leven plezier aan zou beleven. 
Na mijn afstuderen aan de kunstacademie koos ik ervoor mijn master kunstgeschiedenis te behalen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ook hier kwamen de vogels terug, mijn eerste scriptie schreef ik over de halsbandparkiet als Mariale vogel binnen de kunstgeschiedenis en mijn master scriptie schreef ik over het mooiste vogeltje vastgelegd in verf, namelijk ''Het puttertje'' van Carel Fabritius. De symboliek van vogels binnen de kunstgeschiedenis heeft mij dan ook altijd enorm gefascineerd. Een studentenleven gaat echter niet over rozen en daarom was ik genoodzaakt mijzelf gedurende mijn studie te onderhouden van de verkoop van mijn taxidermie. Tegen de tijd dat ik mijn Master titel behaalde, verkocht ik zo goed dat ik van taxidermie mijn voltijd beroep kon maken, iets dat ik daarvoor nooit had durven dromen. Gedurende de hectische tijd van al het prepareren en het schrijven van mijn Master scriptie, ontmoette ik Willem.